Tuchtmaatregelen/sancties
Als het college de klacht gegrond vindt, dan kan het de volgende maatregelen opleggen:
- Waarschuwing;
- Berisping;
- (Voorwaardelijke) schorsing van de inschrijving van de beroepsbeoefenaar bij de aangesloten beroepsorganisatie voor ten hoogste 1 jaar, indien het tuchtrecht op hem van toepassing is;
- Doorhaling van de inschrijving van de beroepsbeoefenaar bij de aangesloten beroepsorganisatie
De maatregel van schorsing of van doorhaling van de inschrijving van de beroepsbeoefenaar bij de aangesloten beroepsorganisatie treedt in werking met ingang van de dag waarop de beslissing waarbij zij is opgelegd, onherroepelijk is geworden.
De Colleges kunnen bepalen dat de maatregel van schorsing geheel of gedeeltelijk of dat de maatregel van doorhaling niet ten uitvoer zal worden gelegd, indien de beroepsbeoefenaar zich gedurende een bij de beslissing te bepalen tijdvak van maximaal twee jaren onthoudt van gedragingen die eerder hebben geleid tot het opleggen van een maatregel.
Indien blijkt dat de beroepsbeoefenaar de gestelde voorwaarde niet heeft nageleefd, kunnen de Colleges, nadat de betrokken beroepsbeoefenaar hieromtrent is gehoord, alsnog besluiten tot tenuitvoerlegging van de eerder opgelegde voorwaardelijke maatregel.
De Colleges kunnen bepalen dat een opgelegde maatregel openbaar wordt gemaakt op een door haar te bepalen wijze. De Colleges kunnen een klacht geheel of ten dele gegrond verklaren zonder oplegging van een maatregel. De Colleges kunnen bepalen dat een door haar opgelegde maatregel uitvoerbaar bij voorraad is.
De klager behoudt in alle gevallen de mogelijkheid zich tevens te wenden tot een andere (externe) instantie, zoals de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, de civiele rechter of het Openbaar Ministerie
Indien een beroepsbeoefenaar is aangemeld bij een zorgverzekeraar door RBCZ dan zullen schorsing, gedeeltelijke ontzegging en schrappen uit het RBCZ register gemeld worden bij de betreffende zorgverzekeraar.