De tuchtrechtprocedures
Klachten betreffende een beroepsbeoefenaar, die ingeschreven is in het RBCZ-register, of een zorgverlener die ingeschreven is in het TCZ-register of over een student die door de opleiding is aangemeld voor het TCZ-register en derhalve onderhevig is aan het tuchtrecht, worden schriftelijk bij het ambtelijk secretariaat van TCZ ingediend en ter kennis gebracht van in eerste instantie het College van Toezicht. Voor alle hierboven genoemde partijen geldt, dat zij aan de verplichtingen ten opzichte van de beroepsorganisatie, opleiding en TCZ/RBCZ hebben voldaan.
Klaagschrift
Een klacht kan schriftelijk, of via de e-mail ingediend worden bij het ambtelijk secretariaat van de Stichting Tuchtrecht Complementaire Zorg, Postbus 340, 8260 AH Kampen. klachten@tcz.nu
Het klaagschrift bevat:
a. de naam, de voornamen en het adres van de klager;
b. de klacht en de feiten en gronden waarop deze berust;
c. de naam, het werkadres en, voor zover bekend en eventueel het woonadres van degene over wie wordt geklaagd.
Aanvulling klaagschrift
Indien het klaagschrift niet voldoet aan de vereisten hierboven gesteld, deelt de ambtelijk secretaris de klager mee in hoeverre het klaagschrift onvolledig is en nodigt hem uit het verzuim binnen een termijn van vier weken te herstellen.
Vooronderzoek
Het vooronderzoek kan zich mede uitstrekken tot andere dan in het klaagschrift vermelde feiten en omstandigheden. De voorzitter kan besluiten in overleg te treden met de leden van het College. De voorzitter stelt de klager en beklaagde in de gelegenheid door hem te worden gehoord. Hij kan getuigen en deskundigen horen.
Ontvankelijkheid
Naar aanleiding van het vooronderzoek kan de voorzitter van het College van toezicht een klacht die ongegrond of van onvoldoende gewicht is bij schriftelijke met redenen omklede beslissing niet ontvankelijk verklaren. Indien een klacht ontvankelijk wordt verklaard volgt een zitting.